Dag 8: vrijdag 12 mei '23
Estaing naar Golinhac
Na 3 dagen laten we de zusters Ursulinen, die ons overnachting en spijs/drank gaven in hun Couvent de Malet te Saint-Côme-d’Olt achter ons.
Vanuit hun klooster zullen de bejaarde nonnen zeker met grote ogen gekeken hebben naar de cirkel die zich vormde voor 2 VW busjes en de statige bewegingen die werden gemaakt door die rare bende daarvoor (op de tweede verdieping stonden de stoelen ‘in’ (jaja, niet ‘aan’) het vensterraam! Het was een noodzakelijk vertoon: de lange tocht van gisteren maakte het nodig de verschillende spieren van het lichaam, van boven tot onder, van links naar rechts, los te maken.
Nadien huppelden we (nu ja…) de busjes in richting Estaing, startpunt voor vandaag. Eerst een kleine sightseeing in het historische stadje en dan de weg op voor een korte ontspannende wandeling van een 15 tal kilometer. Wie maalt daar nu nog om.
Al vlug beginnen stijgen en zigzaggend omhoog. Ik dacht dat we onze hemel verdiend hadden de voorbije dagen en bij Sint-Pieter zouden eindigen. Het was wel heel langzaam maar toch, de kuitjes werden op de proef gesteld. De training van de voorbije dagen bewees zijn nut. En om het vochtgehalte op punt te houden in het lichaam begon het zowaar te miezelen, te druppelen, nog meer te druppelen en uiteindelijk grote blazen te regenen. Stoere optimisten zoals we zijn bleven de regenbroeken aanvankelijk in de rugzak om uiteindelijk toch bovengehaald te worden eens onze shorten doornat waren. Onder een afdak vol met stro greep de broekenwissel dan ook plaats onder het goedkeurende oog van enkele Pelegrino’s die ook een droge plaats in de plaatselijke stal hadden veroverd en enkele groepsgenoten die gratis plaatsen hadden bemachtigd op de eerste rij van de openbare weg om het schouwspel te bewonderen. Ik weet niet hoeveel sterren de acteurs uiteindelijk kregen. Een poncho over de kleren hangen gaat vlugger, dat was duidelijk.
Wat er ook van weze, we gingen droog aan de benen terug op pad door de groene bossen en de plastselijke (overbrmeste) weiden om uiteindelijk aan te komen in Golinhac, waar uiteraard Leslie ons stond op te wachten. De plaatselijke herberg bood ons niet alleen een droge ruimte maar ook spijs en drank naar ieders smaak. Aan de daglunch van één van ons kwam bijna geen eind ( voorgerecht, hoofdgerecht, kaas, dessert en koffie voor amper 15 euro). Dat dit moet doorgespoeld worden met een plaatselijke 0,5 l bier is begrijpelijk.
Een korte busrit (wat is begeleiding door busjes toch handig meegenomen) bracht ons uiteindelijk tot Entraygues sur Tryères waar we ( o verrassing) 2 nachten verblijven.
Morgen reeds onze laatste etappe, dat nu alles gesmeerd begon te lopen. Het leven kan hard zijn….
- Hans